donderdag 9 juli 2009

PP LoR


Woedend was Thom de Graaf dat raadslid Peter-Paul Leferink op Reinink (PP LoR) ondanks zijn voorbeeldfunctie een fikse sigaar had opgestoken in het rookvrije stadhuis. Nu een jaar geleden: rookmelder slaat op tilt, raadzaal ontruimd, brandweer erbij.
Woedend was PP LoR vervolgens dat hij op deze plaats, ondanks zijn weigering schuld te bekennen, aan de muur werd gespijkerd als schuldige – wat overigens het ganse stadhuis wist. Op zijn blog is zijn inmiddels gestolde woede nog steeds te vinden: ‘ik heb nooit ontkend of bevestigd dat ik gerookt zou hebben.’ Argument: de naam is ‘niet relevant’. Dus zou de hele fractie de consequenties dragen.
Een jaar ouder en wijzer is PP LoR niet meer boos als hij in het huismagazine van zijn werkgever Canisius Wilhelmina Ziekenhuis alsnog bekent. De vraag was wat zijn grootste blunder was. Die sigaar dus, niet zijn weigering dat op te biechten en de rest van zijn paffende fractie vrij te pleiten. Blijkbaar ook ‘niet relevant’.

Fietsrijp


Zo’n pro-actieve wethouder zie je maar weinig. Jan van der Meer, geboren Brabander met een Rotterdams hart: mouwen opstropen en niet lullen maar poetsen.
Omdat hij voorziet dat het autoverkeer helemaal vastloopt, moeten boeren, burgers en buitenlui massaal in de bus (toch een soort auto) maar dus liever nog op de fiets. Zoals ook met roken, comazuipen, belasting ontduiken en het afsteken van lawinepijlen het geval is, is het bewerkstelligen van de gewenste attitudeverandering geen kwestie van een postertje en Postbus 51. Dus: raak ze waar het pijn doet.
Nog voordat Van der Meer is uitgesproken begint hij daar al mee. Zijn ambtelijke makkers sluiten zo’n twee weken lang het halve etmaal de Groenestraat af, plaatsen enkele onopvallende bordjes maar houden zich verder muisstil: geen advertentie, geen persbericht, niente. Want des te groter de surprise als de automobilist op de afzetting stuit: zo krijg je ze wel gefrustreerd en dus fietsrijp.
Op de Waalkade ging de campagne gisteren de tweede fase in: afgesloten. Slechts een geniepig klein bordje op het Traianusplein als waarschuwing: kade dicht in verband met evenement. „Die staat er al voor de Vierdaagse”, denkt de automobilist, dus die duikt de fuik in om daarna getergd volgas de Voerweg weer op te scheuren.
En weer een zieltje gewonnen voor de fiets. Die je nergens in het centrum kunt stallen, maar daar kan Van der Meer niks aan doen. „Vraag me niet hoe het komt, maar er zijn gewoon veel te veel fietsen.”