Too ran or not too ran

De gemeente heeft een nieuwe auto gekocht voor de wet­houders. Ze kozen voor een Touran. Dat ging zo.Peter, wethouder die ’m moet betalen: ‘Merk?’ Paul, wethouder en als zodanig rasbestuurder: ‘ Volvo!’ Hannie en Lenie, dameswethouders: ‘Nééh, een lief Smartje.’ Peter: ‘ Lijkt me niet zo’n goed idee. We hebben d’r net eentje laten overspuiten.’ Jan, wethouder verkeer: ‘Een Prius. Die kan ook elektrisch.’ Paul: ‘ Jáááánnn, kan niet. We gaan toch op aardgas rijden.’ Jan: ‘Ja? Oh ja. Is toch niet mijn ding, auto’s.’
Paul: ‘ Volkswagen! Tuuuuuurlijk: een Volkswagen!’ Hannie en Lenie: ‘ Hè, ordinair. Smart klinkt toch veel leuker.’ Paul: ‘Denk eens even na. We zitten hier dóór het volk en vóór het volk. Moet ik meer zeggen?’ Hans, senior-wethouder: ‘ Wel een beetje een hoge, Paul, dat je makkelijk instapt.’ Paul: ‘ Say no more! Een Touareg! Daarin kun je ook goed zíen, Hans. En ruim! Ruim! Kun je zo een fiets in stallen.’ Jan: ‘Dat is toch geen esjoevie, hoop ik? Toch?’ Paul: ‘Beetje wel, béétje, maar ’t is geen Húmmer of zo.’ Jan: ‘ Vooruit dan. Maar wel een groene!’ Peter: ‘Ik lees even voor. Touareg 3.0 V6: 99.000 euri. Gaan we dus niet doen.’ Jan: ‘Drie.punt.nul.vee.zes?Klinkt niet erg zuinig.’ Paul: ‘ Wie kan hier nou het beste besturen? Oké, oké, doe maar een, uh, een.......Touran.’ Jan: ‘Had ik bijna een probleem met de achterban-d. Geintje!’