maandag 1 december 2008
Uit het dagboek van Anna
Naakte Sinterklaas
Kleed Sinterklaas uit, en hij had net zo goed de paashaas kunnen zijn.
De mijter als oren.
Slimme jongens, die chocolademakers.
Ik stel me voor wie het lijf ontworpen heeft.
Een man met een grote snor in een fabriek. Hij heeft zijn eigen kamer.
Soms rent hij de ijzeren trappen af de werkhal in.
'Ik heb het!'
Het model in zijn handen. Hij houdt het omhoog.
De jongens kijken verstoord op van de lopende band.
Het lichaam van Sinterklaas heeft geen benen, maar een onderstel. Glooiend loopt de lijn door naar boven. Er wordt een hoofd gesuggereerd met een puntje erop.
De man met de snor vouwt een glimmend papiertje om het chocoladelijf in zijn hand. Opeens zien de jongens het. 'Verrek, het is Sinterklaas.'
De snor krult omhoog, het rode papiertje gaat er weer af. Een ander jasje glijdt om de chocolade. Op de rug een tekening van een mandje met paaseieren.
Een mirakel! Waar is Sinterklaas?
De wisseltruc herhaalt zich. Sint wordt de kerstman, een kabouter.
In de fabriekshal wordt geapplaudiseerd. De snor rent zijn trap weer op. Twee treden tegelijk. Hij belt zijn baas. 'Ik heb het!' De directeur wrijft in zijn handen. Ha! Nog maar één mal nodig voor alle chocoladefiguren het hele jaar door. Scheelt weer vijftig arbeidsplaatsen.
Twee maanden later staan de jongens huilend buiten. Werkloos.
Ik staar naar de naakte Sint in mijn handen. Zijn anonieme lijf ruikt heerlijk, maar ik heb geen zin meer in een hap. Hier doe ik dus niet aan mee.
Zorgvuldig kleed ik de chocopop weer aan. Het is te laat om naar de patisserie te fietsen voor een echte Sinterklaas die mensen aan het werk houdt.
Morgen dan.
Bekijk ook de videocolumns van Anna.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten