zaterdag 25 oktober 2008

De column van Javier de Fresnos


Nijmegen is een stad die vriendelijk heet te zijn voor asielzoekers. De gemeente voert een uitermate humaan beleid, verder stikt het hier van de burger-initiateven. Particulieren die al dan niet georganiseerd mensen uit den vreemde proberen op te vangen en verder helpen in onze maatschappij. Hulde hiervoor. Dat er in Nijmegen nog nooit een zetel werd vergeven aan een partij als die van Wilders, Fortuyn, Rita, Janmaat of dergelijk gespuis stemt tevreden. Trots op Nijmegen dus.
Toch is Nijmegen geen open huis voor alle asielzoekers. Wat heet, een deel wordt uitgestoten, uitgekost, afgevoerd. Onze eigen ontheemden op vier pootjes zijn we namelijk liever kwijt dan rijk. Tot 1999 lag midden in de stad het Tarwenest. Een oase van rust en veiligheid voor alle Nijmeegse beesten. Als de kat was weggelopen, kon je daar terecht om het beest weer op te halen. Honden met kwade baasjes werden daar liefdevol opgevangen tot er een nieuw baasje was gevonden. Maar de gemeente vond het Tarwenest te duur. Jaarlijks moest er 150.000 gulden (zo’n 70.000 euro) aan subsidie naar toe. Ondanks een wettelijke plicht om voor opvang te zorgen, werd het Tarwenest gesloten wegens een schuld van 75.000 gulden. Voortaan werden de Nijmeegse dieren in nood verwezen naar het asiel in Balgoy. Laten we wel zijn, een uithoek, ergens in het niemandsland achter Wijchen. Zonder navigatie onvindbaar. Niemand die spontaan besluit om te kijken of er nog een leuk poezenweesje in het asiel zit om een nieuw thuis te geven. Nijmegen heeft geen dierenasiel. Een schande. Geen geld? De hondenbelasting was afgelopen jaar goed voor 900.000 euro aan gemeentelijke inkomsten.

Geen opmerkingen: