zondag 29 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Feest in
Hijkersmilde


Een dag in het jaar is het feest in Hijkersmilde. Als Assen langzaam verdwijnt in dikke zwarte rook van in brand gestoken motorbanden, caravans en bankstellen, zetten de Hijksermildenaren de klapstoelen buiten. Langs het kanaal waarin de namiddagzon weerspiegelt, bouwen buurmannen plastic witte partytenten op.
‘Laat de oranje vensters nog maar even hangen’, zei de bewoner van de oude herenboerderij Vaartzicht vorige week al tegen zijn vrouw. ‘Het is zaterdag TT.’
De echtgenote kreeg een twinkeling in haar nuchtere Drentse ogen en stofte van opwinding de oranje vlaggetjes die van de nok van het huis tot aan het hek van de betegelde oprit liepen, nog eens af. Diezelfde middag trapte ze tegen de wind in langs het kaarsrechte water naar het volgende dorp Hoogersmilde om bij slagerij Kazemier verse worst en koude schotel te bestellen.
‘Voor de TT’, voegde ze onnodig toe.
De worstendraaier hing haar briefje met daarop de bestelling op het prikbord naast die van de andere vaste klanten.
Intussen haalde haar zoon in Hijkersmilde het blik zwarte verf van vorig jaar uit de schuur. Hij zaagde een oude deur in tweeen en schilderde het woord wheely op het hout. Naast de letters tekende hij een motorfiets die op zijn achterwiel reed.
Vandaag, zaterdag, staat het bord in de voortuin. Duizenden motorrijders die het stinkende circuit van Assen verlaten hebben, rijden in een lang lint door het barbecuende dorp naar het Zuiden.
Een enkeling in T-shirt van Valentino Rossi trekt het gas woest open bij het zien van het bord en rijdt honderd meter op één wiel.
Dan steken de Hijkersmildenaren hun bierflessen fier in de lucht en brullen ‘jooooh’.

zaterdag 28 juni 2008

De column van Javier de Fresnos


De afgelopen weken was het weer genieten van Johan Cruijff. Zodra die man over voetbal praat, hangt half Nederland aan zijn lippen, maar niemand die hem kan volgen. Cruijff weet nu eenmaal zoveel van voetbal dat ge­wone stervelingen afhaken.
Anders wordt het wanneer JC het over normale mensenzaken heeft. Neem bijvoorbeeld zijn oplossing voor de files die in­middels heel Nederland teisteren. Vrij vertaald kwam die hier op neer: ‘Gooi de maximumsnelheid maar omhoog. Dan zijn mensen eerder waar ze moeten wezen en dus ook sneller van de weg af.’ Er werd wat besmuikt gelachen om die redenatie van Cruijff, maar welbeschouwd is JC natuurlijk helemaal niet gek.
Dat erkende ook fileminister Camiel Eurlings deze week. Bij Rotterdam en Den Haag is het daarom snel afgelopen met de 80 kilometerzones. De reden is simpel: sinds ze zijn ingevoerd is het aantal files met meer dan de helft toegenomen.
Benieuwd of Eurlings ook snel gaat ingrijpen in de regio Nijme­gen- Arnhem. Hier is het kwartje namelijk nog steeds niet geval­len. Van de Pleyroute is een 80 kilometerweg gemaakt en sinds­dien staat het daar altijd en eeu­wig muurvast. Op de laatste 5 kilometer voor deWaalbrug is het sinds een jaartje ook 80 rijden geblazen en ook die file is langer dan ooit. Recent kostte het ritje Nijmegen-Arnhem-Nij­megen in de ochtendspits 3 uur en 55 minuten! En binnenkort wil Nijmegen de snelheid op het hele stuk vanaf de A15 terug­brengen naar 50 kilometer. Heel Nederland schreeuwt om snelwegen, Nijmegen sloopt ze gewoon. Kan Johan Cruijff dat baantje vanWoutertje van Eck niet eens een tijd overnemen?

vrijdag 27 juni 2008

Sympathiek


Je leest het niet vaak dat burgemeester en wethouders op kritische vragen antwoorden, maar het gebeurt dus wel. Sympathiek vinden ze het idee om bomen die letterlijk voor de bijl zullen gaan, te markeren. Hint voor de buren die van niks weten en dan mooi nog op tijd kunnen zijn met hun bezwaar. Sympathiek.
Maar een soort rouwlint als verklikker, daar kleven volgens B enW nadelen aan. Kost vooral meer werk. Maar er is nog een overweging: het gaat extra geld kosten, aangezien de ‘toenemende transparantie’ misschien leidt tot extra bezwaren.
Boodschap: het is dus niet de bedoeling slapende honden (de buren) wakker te maken, zodat die van hun rechten gebruik maken. En dat durven ze zwart op wit te zetten. Sympathiek!

Sta op voor Duco


Niet alleen windsurfers, ook debaters do it standing up. Is althans de rotsvaste overtuiging van raadslid Duco Bodewes, die wil dat hij en zijn collega’s voortaan niet onderuitgezakt, maar vanachter een katheder hun woordje doen. Komt de boodschap ten goede. Vergeet-ie één ding: een debat betekent ook oor hebben voor andermans argumenten. Alle stoelen eruit dus, misschien dat het helpt.

donderdag 26 juni 2008

Eerste!

Genuil. Het nieuwe stadslogo lijkt op dat van Amsterdam- Noord. Wat heet, het is een exacte kopie. Jatwerk, plagiaat, blablabla. Nou en? Beter goed gejat dan slecht bedacht, zegt men, al gaat dat voor dat logo helaas niet op. Maar één ding pakken ze Nijmegen niet meer af: de eerste stad van het land met een tweedehands beeldmerk. For ever.

Stem Ben


Wordt Chantal Teunissen hier vorige week op eigen verzoek neergezet als een politieke ijdeltuit (‘ Ik wil genoemd worden in Havana!’), gaat collega-raadslid Ben van Hees er nog eens dunnetjes overheen. Hij wil bij de volgende verkiezingen foto’s van kandidaten plaatsen op de stemlijsten die iedereen in de bus krijgt. ‘Is goed voor de binding tussen kiezer en gemeenteraad en dus voor de opkomst.’ Oh? Jo Janssen zien en dan dringend een vakje willen kleuren? Belangrijker vraag is of zo’n Nee/ Nee- sticker helpt.
Maar het zat net even anders. Van Hees is ijdeler dan hij zelf weet. Want zijn stoutmoedige plan is ‘in ieder geval bij de lijsttrekkers, een foto van die lijsttrekker te plaatsen’. Let op dat ‘in ieder geval’. Als het even kan wil de man dus – met zijn ene zeteltje – straks pakweg 31 kandidaten onder zich verzamelen met bij elke kandidaat het hoofd van Van Hees. Ook mooi meegenomen dat die anderen meteen ingeprent krijgen wie de baas is op de lijst Ben van Hees (voorheen Nijmegen Nu).

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Onaangepast ondanks
de ouzo


'Is het echt zo heet bij jullie?', vraagt mijn schoonmoeder door de telefoon.
Mijn man kijkt me aan, herhaalt de vraag.
Ik haal mijn schouders op. Zie de lucht trillen boven het asfalt.
'Zou kunnen. Het is wel warm.'
Tegen de veertig graden moet het hier zijn, zegt mijn man als hij heeft opgehangen. Het was in Nederland op het journaal.
We hebben nog vrijwel niks gedaan op dit Griekse eiland. Niet de moeite genomen een thermometer op te zoeken, niet 1 krant gekocht. Geen idee wat er in de wereld gebeurt.
De eerste avond op Lesbos, bijna een week geleden, waren we nog fanatiek. In het stadje zou een Nijmegenaar zitten met een bluescafe. Twee straten liepen we op en af. Vermoeiend, want Molyvos is gebouwd op een berg. Van beneden ziet het eruit alsof alle huisjes met oranje daken en houten balkons in een ver verleden een voor een tegen de rots op zijn gekropen en zijn gaan zitten op de plek waar ze het mooiste uitzicht hadden over zee.
Uiteindelijk vroegen we een Duitse barvrouw met dreadlocks of ze een Nederlander kende met een bluescafe. Ze schudde haar slierten touwachtig haar. 'Er was een Hollander, maar die is niet lang geleden vertrokken.'
Het terras van de Duitse zag er vriendelijk uit, haar hond leek minder schurftig dan de andere bastaarden op straat en de reggae die van binnen kwam, stemde ons vrolijk. Dus gingen we zitten.
Sindsdien verblijven we elke avond bij haar. Met ouzo.
Overdag dobberen we op de Egeische zee. Of lezen we een boek onder een olijfboom.
Ik dacht dat we ons behoorlijk hadden aangepast.
Maar nee.
Vanmorgen wilden we een ligbedje op het strand. Kost vijf euro. De jongen die de stretchers elke ochtend neerzet, was nog bezig. Ik greep nerveus in mijn tas. Kleingeld op. Stootte mijn man aan. 'Hee, heb jij geld? We moeten betalen. Ga anders even naar de hotelkamer.'
De donkerblonde beddenjongen keek geirriteerd naar ons. Zei toen in onze eigen taal. 'Ga nou eerst maar eens gewoon liggen en relax. De rest komt straks allemaal wel. Het is hier geen Nederland.'

dinsdag 24 juni 2008

Andere bril

Wie over de Waalkade wandelt kan er alleen maar van genieten, met volle teugen. Het strandje van Havana aan de Waal is spontaan verhuisd naar de overkant en ligt nu op de Waalkade. Veel zand, grind en zelfs duinen krijg je er tegenwoordig voor niets bij. Het is stil aan de overkant. Oké, in dat zomerse decor staat hier en daar een verdwaalde graafmachine, een trekker en er liggen wat gesloopte middeleeuwse kademuren. Maar verder is het een en al costa. Perfecte locatie voor een podium en een exotisch orkestje. Het wordt een onvergetelijke zomer. En ach, die anderhalf miljoen bezoekers aan Vierdaagse en Vierdaagsefeesten die over drie weken komen; die kunnen er toch ook van genieten. Niet nuilen, dus.
Zou hij dát soms hebben bedoeld, die meneer van Ballast Nedam die kritiek van de krant op de rotzooi pareert met de sommatie. 'Graag met een andere bril naar het werk kijken'.
Een hele donkere zonnebril lijkt nog het beste.

maandag 23 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Ik zou mijn moeder geslagen hebben

'Hot.'
Ze steekt haar vinger omhoog, wijst naar de hemel die propvol zit met warmte.
'Very hot today.'
Niet best, als ze het nu al heet vind, denk ik bij mezelf. De vrouw van de souvernirwinkel zit in de schaduw voor het rek zonnebrandolie. Op dit stukje Lesbos zal ze de hele zomer nog moeten zitten.
Tot nu toe zijn we elke dag in haar winkel geweest. Dag een voor een oranje hoofddoekje - Nederland zat er nog in -, dag twee voor een luchtbed en dag drie voor weer een luchtbed. Vandaag ga ik voor een groen opblaasbed. Dat gele van gisteren was na twee uur dobberen leeg. Toen kreeg ik het koud, want ik zakte steeds verder onder water. Niet fijn.
'You take the green one?', vraagt de dochter die opstaat van de stoel naast haar moeder.
'Yes please.'
Ze neemt het plastic pakketje van me over als ik blader tussen de uitgehangen handdoeken op een rek. Ik neem ook de badstoffen poncho van Sponge Bob. De grijze moeder knikt goedkeurend. Met de jonge vrouw loop ik naar binnen.
'Present?'
'Yes.'
Als ze de poncho uiterst secuur heeft opgevouwen, legt ze het op een vel bloemetjespapier. Ze buigt beide kanten van het blad naar elkaar toe, maar ze raken elkaar niet. Moeder komt erbij staan. 'Pak dat andere papier', gebaart ze. De dochter loopt naar achteren en komt terug met een ander, groter vel. Moeder zet haar enorme bril op en pakt een zilveren schaar uit de la. Ze helpt knippen.
'How old is kid?'
Vier vingers steekt haar dochter op, ze had het al gevraagd. 'A boy.'
Nu moet ze van mama een rood strikje van de rol met lintjes knippen.
Dit is waarschijnlijk het moment waarop ik mijn moeder geslagen zou hebben.
Maar de Griekse dochter knipt en friemelt dan geduldig met een plakbandje, aangegeven door de oudere vrouw.
Zo doen ze het altijd.

Zoek de verschilen


De één spreekt van een lookalike, de ander zelfs van pure plagiaat. Feit is dat het on­langs onthulde nieuwe Nijmeegse stadslogo als twee druppels water lijkt op een bestaand logo van het Stadsdeel Amsterdam- Noord. In beide gevallen gaat het om een ro­de hoofdletter N die is ingevuld met kleine symbooltjes. De Nij­meegse ‘merkenexpert’ Martien Heijmink heeft een website (www.mattus.web-log.nl) waarin hij opvallende gelijkenissen tussen logo’s op een rij zet. Hij schrijft: ‘Naast elkaar gezet kan ik alleen maar concluderen: dat is geen look­alike, dit is plagiaat.’ Nijmegen trok 12.500 euro uit voor de ontwikkeling van een nieuw beeldmerk plus nieuwe slo­gan, ‘Altijd Nijmegen’. Als we uitgaan van het principe dat het allemaal al was bedacht en getekend; en dat twee voor de prijs van eén hier nog heel redelijk was geweest is dat dus 6.250 te veel.
Altijd Nijmegen? Typisch Nijmegen was beter geweest.

zondag 22 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


In bikini langs de werkplaats

De timmerman staat tot zijn enkels in het water. Aan zijn hand een kleine jongen met een rond buikje. Zijn kleinzoon. Lang wit haar heeft de timmerman. Goudbruin gekleurde armen. Hij neemt een slokje uit zijn blikje Amstel. Roept wat tegen zijn besnorde collega en twee oudere vrouwen in doffe zwarte rokken op het strand. Geen idee wat hij zegt, ik kan geen Grieks. Hij moet er zelf in elk geval om lachen.
Het is pauze voor de timmerlui. Ze werken nog geen honderd meter verderop in een oude werkplaats. Pal naast ons hotel op Lesbos. Elke dag sjok ik er een paar keer in mijn bikini voorbij. Dan blijf ik even staan, snuif de geur van hout op.
Zalig. Doet me denken aan thuis.
Mijn vader is ook timmerman. Vutter inmiddels. Op zaterdag werkte hij voor zichzelf in de schuur achter ons huis. Ik haalde hem graag achter de cirkelzaag vandaan als mijn moeder de aardappelen op tafel had staan. Dan liet hij me zien waar hij mee bezig was. 'Kijk, dit wordt een trap. Kan bijna niemand meer met de hand maken tegenwoordig.'
Voor de werkplaats aan het strand op dit Griekse eiland staan houten vensters met luxaflexachtige dwarslatjes. Ook vakwerk, dat zie je zo. Als mijn vader hier was, zou hij er even met zijn hand overheen strijken. De constructie bekijken.
Aan zee verschijnt een derde timmerman. 'Rafael', roept hij naar de man met het witte haar. Hij zwaait met de telefoon in zijn hand. Rafael rent over de ronde keien het water uit, de duimstok in zijn achterzak vasthoudend.
Terug naar de werkplaats met de Griekse muziek.
Werken op dit soort paradijselijke eilanden lijkt altijd zo vreselijk romantisch. Mijn vader lunchte nooit met bier en zijn gezin op het strand.

vrijdag 20 juni 2008

Imagoschade


Novio-directeur Peter Wisgerhof over de effecten van de busstaking: "Mensen als u en ik hebben doorgaans wel een goede auto of zijn zodanig mobiel dat ze er wel komen. Dat geldt niet voor mensen die minder mobiel zijn of een kleine beurs hebben en dus niet zomaar een taxi kunnen nemen. Dat zijn met name de gedupeerden."
Gedupeerd is ook het bedrijf zelf, meent hij. Exacte cijfers kan hij niet geven. „We hadden wel wat minder kosten maar de opbrengsten liepen fors terug. De imagoschade is niet in geld uit te drukken. Dat is de schade die mij het meest stoort. Wat je in maanden opbouwt breek je in weken af.”
Wat is het effect op de samenleving?, vroeg hij zich ook af. „Ik zag geen langere files voor de stad, wel meer fietsers. Het effect van de staking is beperkt.” Voor mensen als u en ik wel natuurlijk, gelukkig maar.

De column van Javier de Fresnos


De vierdaagse komt er weer aan en dus krijgt de stad zijn jaarlijkse poetsbeurt. Ongelooflijk wat er in de weken voor het wandelfestijn allemaal uit de kast wordt gehaald. Plekken waar je in elf maanden geen veegwagen, schoffelaar of motormaaier ziet, worden nu bijna dagelijkse door noeste werkers bezocht. Recent, op twee zondagen (!) achtereen, werd een van de doorgaande routes met een span veegwagens onder handen genomen. Je kunt natuurlijk ook overdrijven. Helaas geldt de ‘zomerschoonmaak’ niet voor heel Nijmegen. In Dukenburg blijft het behelpen. Zo is ‘openbaar groen’ ten zuiden van het kanaal een vreemd begrip. Het groen wordt namelijk niet onderhouden. Ronduit genant is de toestand van de parken aan de Van Schuijlenburgweg, langs Zwanenveld. Daar staat het onkruid ruim een meter hoog en kan zelfs je hond er niet meer rennen. Vorig jaar was er hoop op betere tijden, de parken werden aangepakt, de vijvers uitgebaggerd. Maar ergens is er iets misgegaan. Na een maandje hield men op met opknappen en wat rest is nog steeds een woestenij. Ook triest is het gesteld met de vijvers aan het zogenaamde Dukenburgpad in Lankforst. Ook daar toog men aan het werk, onder meer met de aanleg van vissteigers. Maar ook daar stopte men pardoes. Het resultaat: mooie steigers boven vijvers waar nog maar 30 centimeter water in staat. Treurig dieptepunt is de voormalige speel-weide onder aan de Dukenburgse brug in Zwanenveld. Onlangs verschenen er ineens maaimachines en leek er weer een trapveld te ontstaan. Vreugde in de wijk, helaas van korte duur. Het gras werd louter gemaaid om het veld te gebruiken als opslag voor een enorme voorraad rioolbuizen.

Privacy


Is-ie royaal of is-ie listig? Met hand en tand heeft Thom de Graaf zich verzet tegen cameratoezicht in de stationstunnel.
Eerst verklikte de burgemeester de apparaten. ‘ Doen het niet.’ Mikte ze er vervolgens uit maar moest onder druk vier camera’s op een statiefje plaatsen. Terwijl de wet, zo vond hij, het verbiedt als er geen harde reden voor is. En bij gebrek aan misdrijven in de tunnel sindsdien is er nog steeds geen reden. En nu gooit hij er ineens negen ( 9!) stuks tegenaan die zelfs het kleingeld in je broekzak kunnen zien en misschien ook je gedachten.
Royaal. Gokje: binnenkort verbiedt de privacywaakhond de camera’s en wast De Graaf zijn handen in onschuld. Listig.

Handboeijen


Vogelaar op bezoek in Hatert, bij basisschool De Klumpert.
Kinderen en docente doen voor haar lesje integratie. Boodschap: samen spelen, samen doen. En de juf wijst de klas op de veelzeggende tekst van Nijmegens beroemdste bard.
‘Denk niet wit, denk niet zwart, denk niet zwart wit, maar in de kleur van je hart.’ En stelt de vraag: „ Frank Boeijen, weten jullie wie dat is?”
Vingertje omhoog: „Een politieagent!”
Elders in Nijmegen, een vijftig-plusser met een hese stem: ‘ Zeg me dat het niet zo is.’

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Freek werd gevonden op het spoor

Het was op een mooie zomerdag. Lui zweefde ik in mijn hangmat boven de betonnen stoeptegels van onze rijtjeshuistuin. In de laurier zoemden bijen gevaarlijk dicht bij mijn hoofd.
Telefoon.
‘Heeft u een zwartwitte kater?’
‘Nee, mijn kater is zwart.’
‘Heet uw huisdier Freek?’
‘Dat klopt.’
‘Uw telefoonnummer staat in het kokertje om zijn nek.’
Ik moest even heel snel denken. Lastig als de zon hoog aan de hemel staat.
‘Is er iets met Freek?’
‘We hebben hem gevonden op het spoor.’
‘Leeft hij nog?’
‘Nee.’
Een kwartier later kwam de Dierenambulance voorrijden. Twee potige dames in groen uniform trokken een plastic bak uit de bus. Met daarin Freek.
Als je hem zo neerlegt, is hij inderdaad zwartwit, dacht ik nog. Kopje achterover, wit befje ontbloot. Schaamteloos. De dode kater miste zijn staart en een achterpoot. Toch niet helemaal Freek.
Een van de vrouwen legde een hand op mijn schouder.
‘Wilt u hem zelf begraven of wilt u dat wij hem meenemen?’
Op mijn blote voeten stond ik voor ons huis in Nijmegen-West.
‘Neem maar mee.’
Er waren wel kosten aan verbonden.
Verslagen keerde ik terug naar de achtertuin. De hangmat bewoog nog een beetje. Ik ging in een stoel zitten en dacht aan Freek. Mijn kater en ik waren soulmates. Hij praatte tegen mij als hij in de vensterbank zat. Ik kletste terug vanaf de bank. Dan lachten we samen.
Deze week fietste ik op een avond naar mijn sportschool in West – we wonen al twee jaar in Oost. In de voortuin van een rijtjeshuis scharrelde een slank zwart katertje.
‘Freek!’, riep ik.
Zijn groene kraaloogjes lichtten op. Maar hij zei niks.
Toch voelde ik me een fractie van een seconde bijna zo gelukkig als toen.

Ros stallen

Je kunt tegenwoordig bijna niet meer nietsvermoedend over straat lopen of je wordt besprongen door een onbekende die je een leertraject opdringt. De gemeente of een andere goedbedoelende instantie zal het je wel even leren. ‘Inburgeren doe je zo’, ‘ Solliciteren ken je leren’, ‘Nordic walken met twee stok¬ken’, en ‘Oudlook, computeren voor bejaarden’.
Heel leuk allemaal, maar je pakt er de echte problemen niet mee aan. Zoals het stallen van een fiets. Lijkt niet moeilijk, is het wel. Want half goed opgevoed Nijmegen gedraagt zich opeens als een aso als het rijwiel op de plaats van bestemming een last is geworden. Zoals in de nieuwe stalling bij het station.
Men pleurt zijn of haar ros doodleuk pontificaal in het gangpad, op de trap of desnoods boven op een medereiziger. Workshopje zou wonderen doen: ‘Fiets aan de kant of een platte band’. Want het moet wel prikkelen.

donderdag 19 juni 2008

Alweer Chantal


Mwaah, Havana is niet meer zo’n leuke rubriek. Ontboezeming van raadslid Chantal Theunissen. Hoe dat zo? Welnu, de 46 politici die proberen deze stad te besturen komen tegenwoordig te weinig aan bod. „Vroeger keken we altijd reikhalzend uit naar de krant om te zien wie er nu weer werd afgedroogd.” Niet uit leedvermaak neen, de grote vraag was: „Kom ik er in voor? Word ik genoemd?” Hoe sneu kan ijdelheid zijn. Bij deze dan: Chantal Theunissen. Onthoud die naam. Of is het Teunessen? Teunissen? Theunesse?

woensdag 18 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Kroket in de uitlaat

Om half drie vannacht stopte mijn broer een kroket in de uitlaat van zijn buurmans auto. Mijn broer is 35. Hij is getrouwd, heeft een eigen zaak woont in een nieuwbouwwijk in A.
De buurman wilde eerder die avond niet helpen bij het opbouwen van de voetbalkijktent op straat.
Vandaar de snack-actie.
Vers en warm was de kroket. Kwam net uit het vet. 'Ik heb hem aangestampt met een juichstok', vertelt mijn broer terwijl hij iets heeft wat lijkt op de slappe lach. 'Zo'n piepschuimen koker met knipperende lichtjes erin.'
Een andere buurman, net twee dagen opnieuw vader, hielp mijn broer. Samen vroegen de twee Oranjesupporters zich gniffelend af wanneer de kroket de uitlaat zou verlaten. Direct na het optrekken? Of pas op de snelweg. 'Je zal er maar achter rijden en een kroket op je voorruit krijgen.'
De gefrituurde goulashworst werd vanochtend niet op de parkeerplaats aangetroffen. Grote kans dat 'ie nog een flink stuk is meegelift met de onaardige buurtbewoner.
Zelf ben ik nog ver verwijderd van de 35. Deze revanche van mijn broer – met behoorlijke kater vandaag – kan ik enorm waarderen. Stelt me gerust ook. Het leven is nog lang niet over. Vroeger haalden we met een servetje drollen van straat om die vervolgens in tuinen van dorpsgenoten te werpen. Ondertussen hard fietsend, je mocht eens betrapt worden. Kauwgom (roze) in brievenbussen plakken was ook lachen.
De voetbakijktent staat fier midden in de wijk. Ik ben deze ochtend op bezoek in A. en help mijn broer bij het wegbrengen van de lege bierflessen.
Terwijl ik de natte doos voor hem vasthoud bij de glasbak, overvalt me een groots gevoel van trots.

maandag 16 juni 2008

Dappere Hassan

Hij onderneemt in de frontlinie, de Turkse ondernemer in Neerbosch-Oost. Kontenlikker, zo noemt de lokale jeugd hem of Pim Fortuyn. Omdat hij het waagt de lievertjes aan te spreken op misdragingen en vuile taal. Ze maken hem dus kapot. Vorige week is hij drie keer bij de politie geweest. Auto vernield, brievenbus vernield, muren beklad, met 'kut kale', vuilcontainer omgegooid. Het wordt steeds erger. Hij houdt het niet meer vol.
Het zijn de hangjongeren uit de wijk die hem en anderen het leven zuur maken. Ze komen bijna elke dag in zijn zaak waar oude vrouwtjes niet meer naar binnen durven omdat de lievertjes ze dan uitmaken voor 'kaaskop'. Of komt er een meisje voorbij en roepen ze heel hard 'hoer!'. Hassan grijpt dan in omdat hij gewoon tegen asociaal gedrag is. Daar gaat hij niet voor door de knieën. Nu is hij op het randje gekomen: „Ik weet niet hoe lang ik nog door kan. Mijn omzet daalt, mijn stress stijgt. Ik ga een brief schrijven aan de burgemeester. Misschien helpt dat.”
Verwacht er niet te veel van, dappere Hassan Mercan.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Op elke verdieping een schaar

Lichte paniek. Waar is het snoertje?
Ik bekijk mijn bureau en trek aan alles wat zwart is en rubberachtig aanvoelt.
Geen snoertje. Irritatie.
Ik loop naar beneden. Zet mijn tas op de kop. Pennen, folders, mes en vork, geen snoertje. Kordate stap naar de kast. Sprankje hoop.
Middelste schap? Geen snoertje!
Nu weet ik dat het menens is. Dat wat ik nodig heb, ga ik niet vinden. En dat is erg frustrerend.
Van mijn Oekraïense downloadsite heb ik net het nieuwste album van Alanis Morrissette binnengehaald. Dat wilde ik op mijn telefoon zetten, zodat ik er morgen mee kan fietsen. En als ik zoiets bedenk, dan moet dat NU gebeuren. Maar NU kan ik het snoertje niet vinden dat de liedjes van mijn computer in mijn telefoon giet.
Van de meest noodzakelijke dingen heb ik meerdere exemplaren in huis. Zo heb ik drie kammen – dit waren er eerst vijf, maar twee zijn kwijt -, twee tubes Henna Hairwonder, een set sleutels en een set reservesleutels, op elke verdieping een schaar en tig openers.
Om momenten als deze – waar is dat k-snoertje – te voorkomen.
Mijn moeder heeft me achttien jaar geprobeerd te leren werken met vaste opbergplekken voor gebruiksartikelen, maar dit is mislukt. Uiteindelijk bedacht ik mijn eigen systeem.
Werkt redelijk.
Al komt het voor dat er van de drie kammen niet één ergens ligt.
Dan verschijn ik met verward haar op mijn werk.
Dit moment, het klaar zitten zonder snoertje, had ik kunnen voorspellen. Het draadje reist (te) vaak met me mee. Een extra exemplaar kopen ís in me opgekomen.
Misschien moet ik dat soort gedachten ook vermenigvuldigen, zodat ik ze vaker ergens in huis tegenkom.
Heb ik NU niks aan, zo’n briljant idee.

zondag 15 juni 2008

De column van Javier de Fresnos


Nijmegen is een beetje ’n onhandige stad. Vooral voor bezoekers. Vanuit het noorden staan mensen die ons willen komen bekijken altijd en eeuwig in de file voor de Waalbrug of de brug bij Ewijk. Daarna kunnen ze de auto nergens kwijt.
Als er al een plaatsje is blijken op iedere parkeerplek weer andere regels en tarieven te gelden. Betalen met een creditcard kan niet bij het binnenrijden van garages, iets wat in andere steden doodnormaal is.
Wie met de trein komt levert al een wereldprestatie als het stationsplein overleefd wordt. Daarna volgt de meest trieste en¬tree voor een stad denkbaar. Lelijke oude gebouwen omzomen het station. Via de ‘ Van Schaeck’ volgt daarna een treurig stemmende wandeling langs een uitgebrande Chinees en andere rotzooi. Via de Bloemerstraat is het allemaal nog erger, daar loop je honderden meters langs sjofele cafés, ongure belhuizen en paddoshops. Over de entree aan de zijde van de Hezelpoort hoeven we het helemaal niet te hebben. Vanuit het oosten is het ook leuk binnenkomen. Je eerste stappen in het centrum voeren langs de junkie- verzamelplaats.
Ooit was de Waalkade een mooie binnenkomer, maar tien jaar verbouwingen en veranderingen hebben het er allemaal niet fraaier op gemaakt. De meest recente werkzaamheden duren nog steeds voort en je vraagt je af wanneer ze ooit klaar zijn.
Kortom, Nijmegen heeft een geweldig leuk centrum, maar je moet wel even doorbijten voor je dat kunt ontdekken.
Er valt dus nog een hoop op te knappen de komende jaren.

zaterdag 14 juni 2008

Bellen blazen


Het zijn altijd meisjes van dertien die de waarheid spreken. Opvallend veel van die meisjes hadden vandaag tijdens het concert van Tokio Hotel in het Goffertpark in Nijmegen een busje met een bellenblaassopje meegenomen. Op internet circuleerde voorafgaand aan het concert de oproep om tijdens het nummer 1000 Meere van vooral bij meisjes populaire boyband massaal bellen te blazen. Tokio Hotel is inderdaad zeepbellenmuziek. Aan politiek actieve Nijmegenaren adviseren wij hetzelfde te doen bij de volgende raadsavond: blaas massaal zeepbellen. Ze zullen niet opvallen tussen de gebakken lucht.

In de bus blazen

Ze zitten heel lang achter het stuur van hun lijnbus, continu geconcentreerd, verantwoordelijk voor de veiligheid van hun reizigers en nu moeten ze straks zelf hun pauzes betalen, terwijl ze toch al te weinig verdienen. Dus staken, zei de stakingsleider. „Mannen, vrouwen, we leggen de zaak plat.” Gejuich.
„ Als wij staken staat alles stil.” Gejoel. „ Dan moeten de bazen wel over de brug komen.” Applaus. „Want waar zouden de mensen zijn zonder ons?”
Zoals altijd op school, op het werk en in de winkel. Sorry.

Schelden


Het is toch wat. Roept zo’n krakertje ‘fascist’ tegen oom agent.
Schande, en terechte verontwaardiging bij het CDA. Oppakken die handel. Je zult als agent maar, moe doch voldaan, thuiskomen en aan je vrouw moeten uitleggen dat je in Nijmegen bent uitgescholden. „ Ze vinden mij een aanhanger van een politiek systeem berustend op ultranationalistische, corporatistische, autoritaire en onverdraagzame beginselen.”
„Wat zegt je me nou, schat? Hebben ze je voor communist uitgemaakt?”
Wat wel mag is de ex-bewoners van het TPG- gebouw ‘ werkloos krakerstuig’ noemen. De sympathisanten van de krakers terroristen noemen, mag ook. PVV-kamerlid Hero Brinkman deed dat en straf heeft hij niet gekregen. Dat krakers zes politieauto’s hebben gemold staat voor hem eveneens vast. Ook al is er (nog) geen bewijs. Hoeft ook niet, want Brinkman is geen politieman. Dat was vroeger.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Oranje, laat je kinderen thuis

Edwin van der Sar is een gezonde Hollandse jongen. Vruchtbaar ook.
Tot zover alles prima.
Maar het resultaat van dit alles hoef ik niet te zien. Ik zit niet te wachten op een springerig blond nageslachtje op het voetbalveld dat door haar vader met zijn grote handschoenen hoog in de lucht wordt getild.
Dit heeft met voetbal helemaal niks te maken. Onze jongens zijn sportmannen met gespierde kuiten. Bezwete bovenlijven. En als ze gescoord hebben, trekken ze hun shirt uit. Dan kunnen wij uitgezakte kijkers hun sixpack zien. Misschien zouden we het best even willen aanraken. Daar dromen wij van. Ongemerkt groeit ons vertrouwen in deze mannen. Superhelden zijn het, kijk maar.
Giovanni van Bronckhorst (bijnaam Gio, hmm) heeft er nog eens een fijn hoofd bij ook. Daar winnen we de strijd wel mee. Goddelijk was hij gisteravond.
Tot de weergaloze wedstrijd voorbij was en er opeens een klein donker kindje op zijn heup balanceerde. Ja, dan is hij een liefdevolle papa.
Niks mis met sportmannen met kinderen, begrijp me niet verkeerd. Maar niet op het veld.
Wij willen de helden na afloop bruut in elkaars armen zien springen, ererondjes over het veld rennend, het hoofd trots geheven richting camera's. Zie ons eens onaantastbaar zijn. Wij winnen voor u het Europees Kampioenschap.
Die kinderen komen thuis wel weer. In de damesbladen lezen we hoe erg Gio zijn kroost miste.
Voetbal is oorlog. Een echte strijder neemt zijn kind niet mee in de loopgraven.
Bij dezen wil ik Marco oproepen wat aan dit Eftelinggedag te doen. Leg om te beginnen familyguy Jan Peter Balkenende een stadionverbod op. Deze Bertus Braafhaar heeft een desastreuze invloed op Oranje.
Laat die man thuis kijken, met zijn gezin op de bank.

vrijdag 13 juni 2008

Sigaar van Mei voor TPG

Vijdag de Dertiende is altijd goed om iemand tot Sigaar van de maand te verklaren. Dank dus voor al uw stemmen voor de 'Sigaar voor de maand Mei'. Die gaat als verwacht naar het populaire Nijmeegse krakerscollectief Turbo Pink Guerilla (44 procent van de stemmen). Menig lezer ergerde zich, met ons, groen en geel aan hun roze verfbommen en ander vandalisme. TPG dus door naar de finale in december. De ook genomineerde Thom de Graaf scoorde - geheel in Nijmeegse stijl - een tweede plek: een keurige 37 procent oogstte de popi-jopi burgervaarder met zijn volledig mislukte optreden tijdens de NEC-huldiging. Als jullie niet meer boe(r) naar mij roepen dan krijg je bier, zo leek het wel, al was er van te voren wél over nagedacht. De derde plaats was voor het Formule 1-raceteam van de Nijmeegse politie (19 procent) dat onlangs Dukenburg onveilig maakte in een overdreven achtervolging. Op naar de maand juni waarvoor u weer kandidaten mag nomineren.

Leesbril

Het is het eerste logo ter wereld dat zonder leesbril niet is te snappen. Altijd Nijmegen! De halve geschiedenis van de stad is met talloze symbooltjes in de letter ‘N’ gepropt en onder meer afgedrukt op T-shirts waarmee de burgers geacht worden hun stad te promoten. Gênante situaties levert dat op in de damesmaten. Je wilt absoluut niet naar haar borsten gluren, maar ja, je moet je echt in haar logo verdiepen om er wat van te snappen. „Interessante stad, mevrouw.”
En er is alle reden om te staren en je af te vragen wat er allemaal aan symboliek is bijgesleept in die letter ‘ N’. Zien wij daar een eekhoorn? Dat moet dan het symbool zijn voor alle eikels in stad en ommelanden? Een ‘Romeinse’ helm met zo’n bos haar erop dat die van een Griek moet zijn geweest. Een glas pils én een wijntje. Dat is een makkelijke: icoon van de borrelcultuur op het stadhuis. Een mes en een vork, verkeerd om gedekt, met het mes links, want een rebelse stad is Havana nog steeds. En waar is dat Nijmeegse vervoermiddel bij uitstek: de fiets? Die ontbreekt. Gejat! Altijd Nijmegen!

donderdag 12 juni 2008

Nibbixwoude


'Altijd Nijmegen!'
'Hoebedoelluh?'
'Altijd Nijmegen!'
'Wat altijd?'
'Nou, dat betekent: te allen tijde, de hele tijd, eeuwig, immer, voortdurend, onophoudelijk, steeds weer, continu, dag in dag uit, altoos. En dan de plaatsnaam erachter.'
'Nibbixwoude bijvoorbeeld.'
'Nee, altijd: Nijmegen.'
'Snap ik niet. Waarom niet Altijd Nibbixwoude?'
'Omdat Nibbixwoude Nijmegen niet is.'
'Ooooh, vandaar. Goeie slogan, wel. En waar slaat die foto op bij dit stukje?’
'Nibbixwoude'
'Dus toch Altijd Nibbixwoude?'
'Nee, Nibbixwoude aan de Waal?'

Aangifte

'Leest u de aangifte nog even door en nogmaals proficiat met de kleine. En dan mag ik u namens de gemeente een rompertje overhandigen.’
‘Heeft-ie al.’
‘Oh, een badcape dan.’
‘Hebben we ook al.’
‘Een speen met het groene hert erop?’
‘Nee, dank u.’
‘Een slabber dan met Altijd Nijmegen erop?’
‘Hij heet Bas en dat staat op zijn slabber.’
‘Tja, wat heeft de kleine schat nog niet?’
‘Een parkeervergunning.’

Altijd suv

Negatief is niet lief. Vindt de communicatie-expert. Hij zei het zo in de krant: ‘Je kunt er altijd een negatieve draai aan geven. Niet-nuilers moeten een positieve invulling geven aan de kreet Altijd Nijmegen.’
Want, weet hij als geen ander, met evenveel gemak verbind je ‘altijd’ aan ‘file’ of aan Wouter van Eck en suv’s, aan krakers, aan bewolkt en regen, aan slechte prestaties van NEC, en de stad staat er weer fraai op. Je zou toch denken dat zo’n duurbetaalde reclamejongen een kreet aflevert die direct het land in kan. Maar bij deze zit een gebruiksaanwijzing.
Altijd Havana, om zo te nuilen.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Regendruppels in het kinderbadje

Triestheid kan prachtig zijn soms. Als kleine stukjes ellende precies in elkaar passen.
Vandaag is dat zo. Ik zit ziek thuis. Door mijn raam zie ik regendruppels vallen in het kinderbadje van de buren. Een roze schepje rust op z’n kant tegen de plastic rand. Herinnering aan heel veel zomerpret, nog maar een paar dagen geleden. Die periode is nu voorbij. Het is kutweer.
Ziek zijn bij zonneschijn is erger, de harde regen op het dak heeft iets troostends.
In bed lees ik de krant. Een foto van een eenzame consument in een Spaanse winkel. Verloren staart hij naar de lege schappen. Door de staking van de vrachtwagenchauffeurs is er nauwelijks eten te krijgen in supermarkten. Kale winkels kunnen me diep raken. Ze zijn een teken van aftakeling. Een aankondiging van iets dreigends: het einde van de welvaart. De man op de foto heeft nog niets in zijn mandje liggen. Straks keert hij met een rammelende maag en een lichte boodschappentas terug naar huis.
De aanblik of de geur van eten maken me misselijk vandaag. Ik omarm de grimmige foto uit Spanje.
Op tv zap ik langs een graatmager model (MTV). Huilend zit ze achterin een taxi in New York. Bij de Miss Universe verkiezing ging ze onderuit op de catwalk. In een zwart/wit herhaling zien we het dramatische moment vertraagd voorbij komen. Ze glijdt uit, landt op haar billen (die ze niet heeft); een dun been schuin onder het andere gevouwen. Ze weent in de auto achter haar enorme zonnebril, bang dat het nog eens gebeurt. Ach vrouw, je moest mij eens zien lopen vandaag.
Ik verwelkom het onhandige model. Ze maakt deze dag van niks compleet. Bonjour Tristesse.

dinsdag 10 juni 2008

Lofzang kost 35.000 euro

Wij in Havana zijn natuurlijk vertrouwd met de hagiografie. De lofzang op onze bestuurders schalt dagelijks door het kantoor aan het begin van de werkdag. Vandaar ook dat we Stad in beweging van Kees de Graaf (vast geen familie) zo mooi vinden. Het boek over Nijmeegse nieuwbouwprojecten mag er zijn qua beeld. Maar de tekst er naast is teleurstellend.
Het is een groot juichverhaal over de aanpak van Nijmegen. Hier is naar de mond geschreven van de partij die betaald heeft voor dit boek. De gemeente heeft er 35.000euro voor op tafel gelegd en blijk­baar een kritiekloos verhaal geëist.
De Limos is prachtig ontwikkeld, maar de afronding van het groen laat al jaren op zich wachten. We lezen er niks over. De Josephhof is toparchitectuur, een prachtig bin­nenhofje, maar de schrijver stelt geen vragen over de afschuwelijke buitenranden. De zwarte research­toren Fifty TwoDegrees is een visi­tekaartje voor de stad, maar tege­lijk plaatsen velen dit complex op de lijst van lelijke gebouwen om­dat het zo dwingend aanwezig is.
De Graaf geeft alleen plusjes. Is ParkWest werkelijk een toppark of slechts een buffer voor het af­vangen van fijnstof? De vraag wordt niet gesteld. De Zwarte Hee­ren in Dukenburg manifesteren zich nadrukkelijk, maar de bewo­ners voelen zich erin opgesloten. Balkons ontbreken. De Graaf me­moreert het niet. Hij schetst ook dat Nijmegen alle ruimte geeft aan compacte bouwplannen zonder het groen aan te tasten. Blijkbaar heeft hij de recente discussies in de stad niet gevolgd. Milieugroe­pen staan vrijwel dagelijks op om het verlies aan groen aan de kaak te stellen. Maar wij treuren niet verder over deze lofzang, want op het stadhuis vindt men het een geweldig boek. En daar gaat het tenslotte om.

Beledigingen


De vraag is: wat hebben ze voor verschrikkelijks geroepen, die roze krakers? Want bij de protestdemon­stratie van krakers en hun sympa­thisanten tegen de recente ontrui­ming van het TPG- gebouw in Nije­gen, zijn volgens de politie dermate ernstige beledigende leuzen geroepen naar dienders dat werd overwo­gen in te grijpen. Pats boem. In samenspraak met de algemene politiecomman­dant werd besloten toch niet op te treden, om escalatie en mogelijke rellen in de stad te voorkomen. Ruim honderd krakers voltooiden daarom hun luidruchtige rondje door de stad. „ Er zijn beledigingen geroepen waarvoor iemand nor­maal gesproken zou worden aange­houden”, aldus een politiewoord­voerster die verder geen bijzonder­heden wil geven over de teksten omdat de zaak in onderzoek is.
Een woordvoerder van de krakers heeft uiteraard niets kwalijks gehoord. „ Er is wel wat geroepen, zoals ‘ het kra­ken gaat door’. Maar niets beledi­gends naar personen. Ik weet niet waar dit over gaat, het protest is rustig verlopen.” Maar waar was de politie dan zo boos over? Mysterie.

Verzetje


Daar gingen ze weer: zingen en wel. Heel wat ouders met hun kroost, vanaf de Eendracht in het Goffertpark, waren aan de wandel voor de Avondvierdaagse. En dat nu al voor de 65e keer. Het opwarmertje vor het grote wandelwerk heeft overigens een bijzondere oorsprong. De vrolijke avondwandeling is eigenlijk een protestmars want deze ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog in enkele plaatsen in het Gooi toen de Duitse bezetter de klassieke Vierdaagse verbood. 'Als we dan geen vier dagen mogen wandelen, dan maar vier avonden', werd er geredeneerd door wandelvrienden, en de eerste Avondvierdaagse was een feit. Vreemd overigens dat de Duitsers wel die avondwandelingen toelieten. Maar goed, het was tenslotte ook maar een verzetje.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Epilerende treinreiziger

Met een klein pincetje trekt de man een voor een zwarte haartjes uit het stukje huid tussen zijn wenkbrauwen. Het schermpje van zijn telefoon gebruikt hij als spiegel.
De man zit rechts bij het raam in de trein naar Nijmegen.
Een Turk, schat ik. Iraniër zou ook kunnen.
Na het secure werkje strekt hij zijn telefoon-arm. Hij kijkt streng naar het apparaat en drukt een knopje in. Haalt het mobieltje weer naar zich toe en bekijkt de foto in het beeldscherm. Het resultaat kan hem niet bekoren. Hij houdt zijn hoofd iets schuin en maakt dan nog een foto.
Beter.
De treinreiziger haalt zijn hand met gouden zegelring om de pink over zijn ongeschoren kin en bedient met zijn andere hand de telefoon. Steekt het apparaat in de zak van zijn lange zwarte jas en knakt een voor een zijn vingers. Gouden horloge links. Stevig exemplaar.
De andere reizigers praten en lachen met elkaar. Niemand ziet deze man, die helemaal alleen achterin zit. Volle plasticzakken naast zijn stoel. Van Intratuin en BelCompany. Maar er zitten geen zomerplantjes en telefoons in. Wat wel, dat kan ik niet zien. Buiten gaan de straatlantaarns aan.
Na een minuutje haalt de Turk of Iraniër het mobieltje weer te voorschijn. Hij bekijkt het schermpje – leest sms - en glimlacht. Laat tevreden zijn hoofd achterover zakken tegen de paarse NS-rugleuning.
Nu gaat hij slapen.
Tot aan Nijmegen Centraal vraag ik me af wie hij blij heeft gemaakt met een recente foto van zijn geëpileerde gezicht.
Moet een vrouw zijn.

maandag 9 juni 2008

Altijd gejat


Wat een leuk idee, zo'n logo waarbij je de eerste letter van een bedrijfsnaam uitvergroot en opvult met producten die dat bedrijf maakt. Ongeveer zoals Unilever deed. Zou dát niks voor Nijmegen zijn geweest? Dan neem je dus een letter 'N' en die maak je groot en dat stop je daar de Waalbrug in, en een romein, iets van de Radboud en de Vierdaagse. Allemaal iconen van de stad. Tis maar een gedachte.

Domme paarden


Het Waalstrandje telt een veulen minder. Getuigen hebben gezien dat een tragische serie gebeurtenissen begon met een domme puber die op zijn brommer door het natuurgebied scheurde en zo de kudde koniks op hol joeg. Weer een voorbeeld van hoe sommige Nijmegenaren kennelijk niet om kunnen gaan met de luxe van een natuurgebied zo vlak bij de stad. Je kunt trouwens toch maar beter geen paard of rund zijn daar in de Stadswaard. Er worden wel vaker gemotoriseerde cowboys gesignaleerd. Na het weekend ligt het zand bezaaid met rommel en glas, achtergelaten door strandbezoekers. Paarden eten soms gevaarlijk afval op of verwonden zich aan de splinters. Fijne natuur. En dan klaagt een strandgast dat ‘ze’ weleens op je handdoek gaan staan. Ze leren het ook nooit, die paarden.

zondag 8 juni 2008

Wijze mannen


In het activiteitenkrantje van de 20 jaar bestaande stedenband Nijmegen-Pskov staat het zwart op wit: 7 juni Wereldpremière cantate Vetsje 'in aanwezigheid van burgemeester Thom de Graaf'. Een highlight uit het cultureel leven aan de Waal met orkest en koren op de bres voor Vetsje: de naam van de vroegere raad van wijze mannen van de stad Pskov. Mooi moment voor onze 'wijze' stadsbestuurders om zich in een volle kerk te profileren in het bijzijn van de Russische ambassaderaad Alexander Rylov.
Dus niet. De burgervader is deze zaterdagavond elders. Dat kennen we inmiddels.
Geen nood. We hebben nog loco's in de stad. De ambtsketen past Hans van Hooft ook. De man die Nijmegen leefbaar moet houden, sleept zich deze zaterdagavond naar de Antonius van Paduakerk. Voor hem is een mooi plekje uitgezocht: net niet naast de Russische componist van de cantate.
Wethouder Hans mist de kans met zijn openingswoord de verzamelde cultuurliefhebbers echt aan te spreken.
Kan gebeuren. Erger is zijn voortijdig vertrek. Van Hooft gaat voor het zingen (van de cantate) de kerk uit. Tot verbazing en spijt van de stedenband gaat de luisterrijke première op deze wijze aan het complete stadsbestuur voorbij. Arm Nijmegen. Zoiets zou bij de oude Vetsje in Pskov niet zijn gebeurd. Afhakers gooiden ze beslist de stad uit.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Voetbal op sterk water (3)

Mijn voetbal is overleden. In het glaasje dat eerst op het aanrecht stond en ik later liefdevol verplaatste naar een warm plekje voor het raam, ligt iets wat lijkt op het embryo van een teckel. Dikke buik met daaraan onbeholpen witte stompjes. Dat hadden de wortels moeten worden waarmee het jonge leven zich had verankerd in de aarde. De baby-teckel heeft het niet gered. Sterker: maakte geen schijn van kans. En het EK is pas één dag oud.
Ruim een week geleden kocht ik dit hoopje ellende. Een voetbal in een plastic potje. ‘Magic Football’ stond erop’. Uit de bal had een geluksboom moeten groeien. Ter ondersteuning van Oranje. Ik doopte de bal in water, hielp de boon die erin zat bij het ontkiemen, gaf de talisman dagelijks vier druppels water en dacht zelfs meerdere malen per dag op wisselende locaties aan mijn project. Precies zoals op de verpakking stond (dat laatste schreef het doosje niet voor, dat is moederinstinct).
Het mocht allemaal niet baten. Misschien had ik niet met een mes in de bal moeten steken toen ik de boon wilde helpen bij het uitkomen, maar andere opties waren er op dat moment niet. Wellicht had ik moeten zien dat de bruine korreltjes onderin het potje als vruchtbare grond dienden, maar dat stond nergens. De wortelscheutjes konden met geen mogelijkheid de onderste laag van het potje bereiken, gehinderd door resten voetbalschil. Niemand die zei dat je die eerst moest verwijderen.
Morgen Nederlands eerste wedstrijd. Als ik de uitgedroogde ‘Magic Football’ verdrietig bovenin de afvalemmer leg, zie ik dat op de boon die fier bovenin de boom had moeten hangen, ‘good luck’ staat. Voor 2,99 – zoveel kostte deze talisman – kun je heel veel schuldgevoel aanschaffen.

(wordt niet vervolgd)

vrijdag 6 juni 2008

De column van Javier de Fresnos

Oude tijden herleven ineens in Nijmegen. Alsof we te­rug zijn in eind jaren zeventig, begin tachtig.
Immers, ook toen trokken bendes krakers met grote regelmaat dwars door de stad, met een spoor van vernielingen als resultaat.
En wat te denken van de enorme vechtpartijen tussen de ver­schillende wijken? Destijds ging er geen weekeinde voorbij of er was een min of meer ‘afgesproken’ kloppartij tussen grote groepen Nijmeegse jeugd. Dan weer trok Hatert ten strijde te­gen Dukenburg, de week daarna sloeg de jeugd van de Kol­ping in op die van deWolfskuil en dan was het weer Duken­burg tegen Neerbosch. Ja, in Nijmegen was er altijd wat te doen.
Nogal vreemd was het dat een fiks deel van die jongeren die el­kaar eerst namens hun eigen stadsdeel in elkaar stonden te trappen, op zaterdagavond namens de hele stad in de clubkleu­ren van NEC gezamenlijk ten strijde trokken tegen lieden uit andere delen van het land. Mede daardoor stierven die wijkge­vechten destijds langzaam maar zeker uit. De voetbalrellen kwa­men er voor in de plaats.
De krakers leken een tijdlang ook verdwenen. Weliswaar hoor­de je heel af en toe nog iets uit ‘de Nijmeegse krakerswereld’, maar kraken was toch vooral iets van vroeger.
De laatste week is het echter ineens of we pakweg dertig jaar terug in de tijd zijn. Krakers trekken weer vernielend door de straten. Vandaag verzamelen ze zich weer in de stad en de poli­tie houdt het hart alweer vast. En in Meijhorst en Hatert vre­zen ze een vervolg op de bijna-rellen tussen twee jeugdgroe­pen. Nijmegen, altijd hetzelfde.

Stand up for Gerard

Petje af voor Gerard van Groningen. Onze maniakaal Nijmeegse Nijmegenaar heeft het hem weer geflikt. Karaoke aan de Waal, maar dan anders. Op de Grote Markt werd gezongen, gedanst, en keihard meegeblèrd met de Zangeres zonder Naam c.s.. Mary scoorde postuum, in Mexico keer op keer de ‘hoge i’ en joeg net zo postuum in het hart van de stad honderden stembanden naar hun uiterste bereik. Mary bedankt. Pils moest het gehavende zangorgaan subiet smeren. Een vrolijk samenzijn voor en door Nijmegenaren. Dat is 'Nijmegen zingt', de eerste grote meezingmanifestatie uit de koker van man van de Fietsvierdaagse. Het idee is een beetje gejat uit Brabant, maar toch. We gunnen Gerard van harte nieuw succes want zijn Fietsvierdaagse oogde de laatste jaren een beetje uitgeblust. I’m so excited, schalde over het plein en dat bleek koren op de molen van het zangpubliek. Inderdaad, we werden er opgewonden van. Zelfs achter de ramen van de Hema stonden mensen mee te deinen. Het lelijkste stukske Nimwegen als decor voor Nijmegen op z’n mooist.Gerard bedankt.

donderdag 5 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


De dode van Niftrik

In Niftrik gaat elk jaar één iemand dood. Dan is er een begrafenis in het Maasdorpje. De mannen van het gilde dragen de kist met daarin een kameraad de kleine begraafplaats op en zwaaien hun vaandel.
Hoe verder het jaar 2008 vorderde, hoe stiller het werd in het gehucht van 550 zielen. Het was bijna juni en nog niemand overleden. Moeders hielden hun kinderen dicht tegen zich aan als ze de straat uit liepen naar de bibliobus. Elke maandag van 12.40 tot 13.40 uur, halte Kerkstraat. Ze keken wel vier keer naar links en naar rechts voor ze de uitgestorven weg overstaken.
Bedeesd hakte de buurman van de kleine begraafplaats zijn hout en stapelde het zo netjes mogelijk tegen de rood/groen geschilderde schuur in de tuin. Zijn bijl zwaaide hij steeds minder hoog de hemel in. Elke avond wierp hij een blik over de schutting. Geen vers omgewoelde aarde. De kerkklokken bleven angstwekkend stil.
Tot vorige week. Een zwarte wagen in het dorp. De vrouw van de dorpssuper – een schuur naast de boerderij in de bocht – keek op van haar stoffer en blik. Riep haar man en serveerde de koffie in een gebloemd kopje met schoteltje. Er was een dode.
De gildeleden luchtten hun uniformen en de pastoor streek zijn boord. De uitvaart verliep zoals die hoorde. Ingetogen, alle dorpelingen om het graf.
Vandaag schijnt de zon in Niftrik. Twee keer klinkt de toeter van srv-wagen De Uitkomst. Een oude man – plukjes versgemaaid gras op zijn klompen – stapt de mobiele supermarkt binnen. Briefje van twintig los in de hand.
‘Een krentenbrood én een suikerbrood?’ vraagt de winkelier verbaasd.
De klant stopt de boodschappen tevreden in een witte plastic tas.
Het is feest. De dode van 2008 is begraven. En hij was het niet.

woensdag 4 juni 2008

Doe 's gek


WIJ DOEN GRAAG GEK, MAAR WAAR IS PLEK, IN 'T REK. Zo luidt de tekst van dit spandoek in hartje Nijmegen. Met de slogan 'Doe 's gek, zet 'm in 'n rek' probeert de gemeente Nijmegen bezoekers van de stad te bewegen hun rijwiel in een fietsenrek te plaatsen.
Een loffelijk streven, maar zijn er wel genoeg rekken? Dacht het niet. Ook deze zeg-het-met-een-spandoek-bewoners van de Lange Hezelstraat hebben hun twijfels. En ze maken dat op een bijzondere wijze duidelijk. Waar is trouwens de rest van die fiets? En is het spandoek terug van weggeweest?

Altijd breedbeeld


De City Screen, het stadsscherm van De Gelderlander, staat aan voor een testuitzending. Strak beeld, dat wel maar er loopt wel een hinderlijke stang dwars doorheen. Only in Nijmegen. Het tot voor kort gekraakte gebouw waaraan het hangt heeft ook zijn beste tijd gehad. Het is net ontruimd door de polititie en ziet er met alle leuzen en tags nog verpauperder uit dan voordat de idealisten van het fijne wonen binnenkwamen. Typisch Nijmegen. Nog deze maand gaat het voormalige TPG tegen de vlakte. Verder zijn de busperrons leeg omdat de chauffeurs in staking zijn. Nijmegen Loopt!!! Niemand dus om naar het breedste breedbeeldscherm te kijken. En even later ging het bijna regenen. Je hebt zo van die dagen. Meestal in Nijmegen.

dinsdag 3 juni 2008

Altoos hopeloos

Altijd Nijmegen. DE slogan waar zo geheimzinnig over werd gedaan blijkt niet vernieuwend, niet origineel, niet inspirerend, wel duur. Zo gaat dat altijd met die reclamebureau's. Ze naaien je waar je bij staat. Altijd.
Want altijd was Kortjakje ziek. Dat is dus ook niet fijn. Laten we eerlijk zijn: 'Altijd Nijmegen' is gewoon heel erg suf en zelfs irritant. Leuk ook voor de omliggende gemeenten: altijd Nijmegen. Niet één echt enthousiaste reactie kwam er tot op heden bij de redactie binnen over altijd. Altijd is banaal, te gewoon, te simpel voor een stad die pretendeert oud en wijs te zijn. Het kan altijd nog beroerder. De regio Arnhem/Nijmegen gaat momenteel internationaal de boer op met de leus 'cool region'. Altijd koel was weer wel leuk geweest, maar dan voor Liverpool, en niet voor de regio Arnhem/Nijmegen.
Cool region, hoe verzinnen ze het. Dat riekt naar dur betaalde mannen van vijftig die nog een keertje jong willen doen voor hun secretaresse. Cool baby. Een laatste kunstje voor het pensioen.
Maar wat dan wel voor Nijmegen? Nijmegen para siempre. Of gewoon Nijmegen Loopt. Daar zat alles in. Havana aan de Waal blijft natuurlijk gewoon het beste. Dat is internationaal, prikkelend, exotisch en eeuwig.

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Malafide lijkenpikkers

De verpleegkundige heeft haar witte uniform verruild voor een lange zwarte jas en een hoge hoed.
‘Zal ik uw kussens even opschudden meneer Hendriks?’
Meneer Hendriks is terminaal. Zijn leven zit er bijna op. Mild is hij geworden.
Hij knikt. Het is midden in de nacht.
Terwijl de verpleegkundige de patiënt bij de schouders pakt om zijn kussens een voor een rechtop te zetten, fluistert ze met zware stem in zijn oor:
‘Weet u wat ook lekker ligt? Een houten kist.’
De Gelderlander opende vandaag met de kop ‘Uitvaartzorg aast op doden’. De ziekenhuisbranche spreekt er schande van dat lijkenpikkers zich om het bed van een verse dode verzamelen en knokken om de 'opdracht'.
Hoe naïef.
De lobby begint toch veel eerder.
‘Wij hebben een momenteel een massief eiken kist – 30 millimeter, daar vreten ze niet zo snel doorheen – in de aanbieding’, vervolgt de verpleegster aan het bed van meneer Hendriks. ‘Mat bruin, met zijden bekleding. Dat lijkt u wel wat he? Denk er niet te lang over na, zoveel tijd heeft u niet meer.’
Ze is de kamer nog niet uit, of de zaalarts piept even binnen. Haar mintgroene Crocs vervangen door glanzende puntschoenen met modderstrepen over de neus.
‘U slaapt nog steeds niet meneer Hendriks? U moet wel moe zijn. Bij ons kunt u heel lang uitrusten.’
Uit de dossiermap onder haar arm vist ze een folder met marmeren grafstenen. Ze wijst – streepjes zwarte aarde onder haar lange nagels. ‘En als we hier uw naam met gouden letters in graveren, zal niemand u ooit vergeten. Prachtig toch?’
Wij buitenstaanders hebben geen idee van deze malafide uitvaartpraktijken. En zij die het wel weten, zijn al lang heengegaan.

Sigaar van de maand Mei

De jury is er uit. De genomineerden voor de Sigaar van de maand Mei zijn zojuist bekend gemaakt. Het zijn: 1. Thom de Graaf. Van de burgemeester mochten NEC-fans opeens weer aan het bier op de tribunes. Hij beloofde dat nadat hij bij de huldiging van NEC was weggehoond. Gênant was het volgens veel aanwezigen. Fluitje bier.
2. Turbo Pink Guerrilla's, kortweg TPG, verwijzend naar de naam van het ontruimde gebouw aan het Stationsplein. Gefrustreerde en hersenloze sympathisanten van Nijmeegse krakers die zo nodig het politiebureau en stadhuis moesten bekladden met roze verf. Prima PR voor de PVV, zo bleek.
3.De Nijmeegse politie (Stieltjesstraat cops) voor een onverantwoorde wild west achtervolging van een autodief dwars door de woonwijk Lindenholt. Buurtbewoners waren banger voor de door het park scheurende agenten dan voor de boeven.
Wie krijgt de Sigaar? Stemformulieren op de Nijmeegse pagina van De Gelderlander-website.

zondag 1 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Negen frikadellen met uitjes

Zeven frikadellen speciaal kan ze op. Dat is haar maximum.
‘Hoe weet je dat nou’, vraagt de jongen naast haar.
‘Ga je dan kotsen?’
Goeie vraag.
Maar ze houdt het charmant.
‘Zeven frikadellen vind ik gewoon onwijs lekker.’
Zijn maximum is negen. Met uitjes.
Zeiknat zitten ze samen op de voorbank in het pendelbusje tussen Emporium en de artiestenparkeerplaats.
Hij heet Eelke, zegt hij tegen haar. Zij Lotte, zegt ze tegen hem.
‘We gaan allemaal naar het huis van Lotte’, roept Eelke brutaal tegen zijn vrienden achterin de bus. Elleboog over de rugleuning, kin erop. ‘Wedstrijdje frikadellen eten.’
Zij gooit haar natte haren in haar nek. ‘Dat wordt lastig. Ik woon in Noordwijk.’
‘Nououou’, antwoordt Eelke. ‘Dat is ook toevallig, ik in Scheveningen!’
Lotte kan er niet over uit. Ze zijn allebei gek op veel frikadellen, hebben beiden een naam met twee lettergrepen en komen ook nog eens uit dezelfde provincie. Hoe groot is de kans dat je elkaar dan treft op een festival in a place like Nijmegen.
Eelke gaat nog iets dichter tegen Lotte aan zitten.
Het busje verwijdert zich verder van het festivalterrein waar meisjes met zonnebrillen in de modder dansen en jongens zonder T-shirt tegen de ijzeren hekken pissen.
Emporium eindigt niet mooi. Maar Eelke en Lotte gaan een prachttoekomst tegemoet.
Ze houden ook nog eens allebei van hardcore, ontdekken ze verrast, terwijl ze elkaar diep in de ogen kijken. Het moet niet gekker worden.
Samen verlaten ze het beslagen busje. Bij het licht van de bliksem zoeken ze hun auto’s. De vrienden van Eelke zijn vergeten.
Volgend jaar om deze tijd wonen Eelke en Lotte samen, dat staat vast. Ergens in Zuid-Holland. Hun eerste gezamenlijke aankoop wordt een degelijke frituurpan.