woensdag 9 juli 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Als de dood
voor een vrouw


Glutenvrije cakejes. Noodgedwongen lees ik hoe je die in vijf stappen kunt maken. Op de verpakking zien ze er fantasieloos uit.
Ik sta achterin de natuurwinkel. Mijn rug naar de kassa toegedraaid. Als ik uit mijn hoofd heb geleerd hoe ik de cakejes kan doen slagen, stap ik over naar het glutenvrije brood. Dit is al gebakken, dus ik ben snel klaar met lezen.
Toen ik de winkel binnenstapte, zag ik in mijn rechterooghoek een oude bekende staan. Geen natuurproductentype, maar ze was het echt. Ik had haar minstens vier jaar niet gesproken en de behoefte daaraan was rap gekelderd. Om eerlijk te zijn was ik altijd een beetje bang voor deze vrouw. Ze was erg groot, lachte hard en rookte zware shag. In haar jonge jaren was ze een vriendin van een vriend. Dus accepteerden we haar. In mijn geval betekende dat: lachen om haar grapjes. Als de dood dat ze me anders iets aan zou doen.
Haar interpretatie van mijn reactie was dat we het samen goed konden vinden. Ik had humor, vond zij. Dus bleef ze me ook na de scheiding met haar en mijn vriend opzoeken. Dan praatte ze aan één stuk met haar harde stem over hoe onvolwassen hij was. En ik maar lachen. Haar woeste armgebaren angstvallig ontwijkend.
Nu durf ik haar niet onder ogen te komen. Niet omdat ik bang ben dat ze me gaat slaan – ze ziet er in haar gebloemde shirt vrij ongevaarlijk uit -, maar omdat ik vrees dat ze met me wil afspreken. Maar ik wil helemaal niet meer lachen.
Vanuit mijn post tussen de glutenvrije artikelen – nooit geweten dat er zoveel variatie was, had ik maar een glutenallergie – loer ik naar haar. Tot ze haar verantwoorde product heeft afgerekend en de winkel verlaat.
Lafbek die ik er ben.

1 opmerking:

Anoniem zei

Damu pa kmu to?.. Nano ni klase blog man?