dinsdag 20 mei 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Hapjes in de Gimsel

‘Wilt u iets lekkers proeven?’
De stem van een forse vrouw met een groot blauw schort.
In haar koekenpan liggen een groenteburger en iets wat er op lijkt verslagen op hun rug.
Ik schrik een beetje van de vrouw. Want het klopt niet, deze dame in deze omgeving. Ik sta niet in de Albert Heijn XL, maar in een Nijmeegse Gimsel. Zo’n gezonde winkel waar het altijd zurig ruikt en de medewerkers bleek zijn.
Sinds wanneer krijgen we hapjes in de macrobiotische supermarkt?
‘Nou graag’, antwoord ik beleefd.
Nu komt het moment van kiezen. Een hapje groenteburger of een puntje fallafelschijf.
‘Die laatste.’
De vrouw zet resoluut een indrukwekkend groot mes in de onschuldig ogende schijf.
‘Sausje erbij’, vraagt de hapjesmevrouw.
‘Haha, ik lijk wel een Chinees.’
Ze heeft weinig weg van een Chinees. Grote ronde ogen en een flink Nijmeegs accent.
‘Sambal bij’, grapt ze nog even door. Ze is op dreef.
Ik schud mijn hoofd en houd mijn hand op voor het servetje met daarop een puntje van de kikkererwtenburger. Ze kijkt me verwachtingsvol aan.
Maar ik ben aan de beurt om af te rekenen. Twee desemvloer. Ik stap naar voren en moet me concentreren op de kassajuf.
Verbazingwekkend lekker die fallafelschijf, denk ik – vleesliefhebber - terwijl ik slik.
Het boodschappen doen is echter klaar. Geen zin om terug te gaan voor de schijven, die je natuurlijk verwacht wordt te kopen nu.
Lullig voor die dame. Het minste wat ik kan doen, is haar even zeggen dat het lekker was. Dus doe ik een stapje terug. ‘Heerlijk’.
Ze knikt. Roert wat in haar koekenpan. Ik heb haar teleurgesteld.

Geen opmerkingen: