Alles komt samen deze week: de nieuwe held Dries signeert zijn levensverhaal in de Marikenstraat (we bedoelen niet Dries Roelvink); een WK-wielrennen ter plaatse trekt deelnemers van verre, weinig bezoekers maar wel files én de bonzen van de jubilerende Radboud zijn verbolgen over de in De Gelderlander gepubliceerde ANS-visie op Nijmeegse studenten - die vooral bezig zouden zijn zuipend en seksend hun studiefinanciering te verbrassen.
Afgezien van de wilde seks is het Dries van Agt die het allemaal in zich verenigt. Hij streek in 1949 neer in Nijmegen. Hij woonde er boven de mensa, aan de Oranjesingel 3, bij de familie Jurgens, kennissen van zijn ouders. Elke student was automatisch lid van het corps Carolus Magnus. Van Agt vond de ontgroening een verschrikking. ‘ Wekenlang mocht je je op de societeit alleen gehurkt voortbewegen, met kikkersprongen dus. De initiatie eindigde met een donderjool. De nuldejaars werden geblinddoekt en onder luid geschreeuw de sociëteit ingedreven waar ze werden gedompeld in een kakofonie van laweit, begoten met bier en bestrooid met zaagsel.’ Van Agt werd lid van de senaat van de studentenvereniging en werd er ook preses van. Hij liet zich in die functie graag rondrijden in de open koets. In die tijd deed hij ook mee aan wielerwedstrijden. Het leven draait rondjes als een groot wielercriterium.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten