maandag 26 mei 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Een leverkleurig bh-tje

‘Jahaa, ze is veertien. Ze moet er aan geloven.’
‘Veertien? Dan is ze er vroeg bij.’
De caissière van de Hema op de Grote Markt bekijkt het blij gebloemde ondergoedsetje dat de vrouw voor me op de balie legt. Bh met beugel. Cup AA.
‘Tegen míjn dochter zei ik altijd: denk maar dat het een bikini is.’
Da’s een goeie. Bikini’s zijn leuk. Bh’s niet. Tenminste, niet als je veertien bent en je lijf raar gaat doen.
Mijn eerste bustehouder (altijd een rotwoord gevonden) was leverkleurig. Van de nichtjes geweest. Om de paar maanden werd een zak vol muffe kleding ons huis binnengedragen. Het moment kan ik me niet meer herinneren, maar er moet een dag geweest zijn dat ik tussen de afgedragen bloezen en achterhaalde spijkerbroeken een bh-tje (van verkleinen wordt het ook al niet beter) omhoog trok. Verwassen en gevormd naar de twee oudere meiden die het ding ontgroeid waren.
Natuurlijk had ik niet de moed zelf op zoek te gaan naar een fatsoenlijk exemplaar. Ik trok het huidkleurige hulpmiddel aan en liep er mee rond tot ik vijftien was. Toen kreeg ik kleedgeld. Of er een verband is weet ik niet, maar daarna kwamen de vriendjes. Onderkleding werd belangrijk. In een echte lingeriezaak kocht ik mijn eerste echte bh. Ondenkbaar dat mijn moeder dat voor me deed. De kordate vrouw die haar hoofd achter het gordijn stak en vroeg ‘zit ie’ durfde ik niet aan te kijken. Afrekenen en wegwezen.
‘Ik was zelf een latertje’, vertrouwt de Hema-caissière haar klant toe. ‘Maar toen ging het ook opeens snel. Cup D.’
Met haar armen vormt ze een cirkel voor haar romp. De mevrouw die de eerste bh voor haar dochter afrekent, heeft het begrepen. De andere wachtenden in de rij ook.
‘Tja, en dan kun je ze niet meer terug stoppen hè’, besluit de kassajuf.
We knikken allemaal.

Geen opmerkingen: