Kruinen kijken

Kijk eens, daar beneden: wat een mooie kruin!’
‘Kruin, wethouder Van der Meer? Die vent heeft een hoed op’.
‘Nee, die boomkruin. Mooi toch’.
‘Kan ik niet goed zien, op veertien hoog’.
‘Met een verrekijker wel. Anderen mensen zien een boom alleen van onderaf. Zoals ik deze week in de krant al zei: wat zijn jullie hoogbouwbewoners toch bevoorrecht, zo intensief als jullie de natuur beleven’.
‘Oh?’
‘En kijk daar: wolken. Alsof je ze beet kunt pakken’.
‘Nou, wolken, dat komt van de afvoer van de wasdroger’.
‘Ssst, een vogel’.
‘Die hoort ons niet met dat dubbel glas’.
‘Potverdorie, je kunt hem recht in de ogen kijken. Luister! Hij fluit’.
‘Ik hoor niks. Dubbel glas, zei ik toch’.
‘Ik hoor het toch duidelijk’.
‘Da’s de ketel, wethouder. Kopje thee?’