Altijd gedacht dat panna aankomt op behendigheid en souplesse, op snel voetenwerk binnen de vierkante meter. Niet dus. Op de Open Dag van NEC stonden drie panna-veldjes opgesteld en daar mocht jeugdig Nijmegen, voorwaarde: NEC-fan, het tegen elkaar opnemen. Hoe je dan het best je tegenstander bedwingt, bleek daar een simpel spel: je zet een voet op de bal en laat de tegenstander komen. Doet ie dat niet dan wenk je even met je kom-maar-vinger, en dan komt ie wel. Vervolgens ga je met je hele lijf tegen je tegenstander hangen en hou je de bal onder je voet. Niks behendigheid, niks souplesse. Zwaartekracht.
Weinig doelpunten gezien die middag.
Wat wel? Veel zakken chips en m&m's, formaat familie, bier, grote Unox-worsten. Aan geluid ook geen gebrek, van vier verschillende kanten dreunden de beats over het terrein. Ook, niet verwonderlijk natuurlijk, veel obesitas-kinderen gezien. Waar ze elkaar troffen? Jawel, op de panna-veldjes. Voetballen ok, maar dan op de zelfverklaarde coole manier: leunen en wenken maar.
woensdag 20 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten