zondag 10 augustus 2008
Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo
Hamsters op Plein 1944
Op het gras van Plein 1944 scharrelen vier hamsters. Een vijfde is bezig zich te begraven onder de kersverse zoden. Alleen zijn staartje wiebelt nog onder de strakblauwe hemel.
‘Ik laat ze aan mensen wennen’, verklaart de eigenaar van de knaagdieren hun aanwezigheid op het stadsplein. Hij springt een paar keer hard op de grond. Zijn linkervoet in een groene teenslipper gestoken, zijn rechter omhuld door een brede spalk tot over de enkel. Die ene voet is al vijf maanden gebroken.
‘Zie je? Ze schrikken helemaal niet.’
Een dikke bruine hamster steekt zijn kop in een rioolputje. Geen nood, het mormel past niet tussen de spijlen door. Twee grote passen zet het baasje. Hij strekt zijn arm en lift het dier in de kom van zijn hand omhoog. Aait het met de andere hand, kust het en noemt het ‘schatje’.
‘Ik train de hamsters en dan ga ik ermee naar een verzorgingshuis. Leuk voor de ouderen. 280 hamsters heb ik. En veertig cavia’s.’
Een man met getatoeerde armen zet zijn blik bier naast zich neer en staat op van de betonnen trap tussen het plaveisel en het gras. ‘Even een foto maken. Voor mijn vrouw, die ligt in het ziekenhuis.’ Hij gaat op zijn hurken zitten en schiet een plaatje met zijn mobiel. De vette hamster zoekt koelte in de schaduw van zijn opgetilde hak.
‘Kijk uit dat je niet op hem gaat staan’, roept het baasje bezorgd.
De hamster, mensenvriend ten voeten uit, kent geen angst. Ternauwernood ontsnapt hij aan de dood.
Wat een avonturen je al niet kunt beleven door op een zonnige middag even Plein 1944 over te steken.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten