Krielaria

Nieuw krilarisch jargon uit de Nijmeegse kippenren:

1. zijn krielen lichten ofwel er uiteindelijk toch maar zelf vandoor gaan

2. een krielenlikker ofwel iemand in een RVB die het allemaal wel best vindt en hooguit af en toe een beetje raadt maar nooit bestuurt

2a. Aan de zijlijn figurerende karikaturen van toezichthouders: incompetente randdekrielen


3. achilleskriel ofwel het zwakke punt van Keizer Karel Podia

4. het kriel uitvinden ofwel vrolijk blijven voortrollen daar waar anderen vastlopen

5. krielewaal ofwel een typisch Nijmeegse vogel, nu gevlogen
Dudeljoho klonkt zijn lied, dudeljoho klonk zijn lied, dudeljoho en anders niet!

6. krielhalen ofwel de schuldige nu echt overal de schuld van geven en zelf je handen wassen in onschuld

7*. dat was kriele, kriele ofwel als je bijna betrapt bent op een onterechte declaratie

8*. krielventiel ofwel als de kip niet langer gouden, maar alleen nog maar harde windeieren produceert

9*. Wilt u mijn curriculum of curkrielum Vitae?

10. Wat zegt u? U bent dirigent van het Rotterdams Krielharmonisch Orkest ? Nooit van gehoord

11. Zelfs de blauwgeruite kriel blijkt nu groen

12*. Kriele... ik zit weer in de Kriele ofwel in een uitzichtloze situatie zitten omdat er meer dan duizend media rondom je hangen (vrij naar André van Duin)

13. Obama doet ook mee: people, get kreal: we do not want fake, we want the kreal thing

14. Dit jaarverslag krielt van de ontduidelijkheden (grapje! dit is een vals Krielarium want het bestond al, toevallig gewoon Nederlands, krielen komt hier van krioelen)







* zijn sterke staaltjes van Krielaria afkomstig van lezers van deze rubriek
Sugesties blijven welkom.