zondag 3 mei 2009

El mundo según Abrigo Prensa


Valt er iets te vieren? Dat was de titel van de 1 mei bijeenkomst gisteren in de Grote Broek. De avond ging over de opmars van rechts. Maar de titel had ook kunnen slaan op de zevende verjaardag van het linkse college in Nijmegen. Links zit plots in de hoek waar de klappen vallen.
In april 2002 kreeg Nijmegen voor het eerst in de geschiedenis een stadsbestuur bestaande uit de PvdA, SP en GroenLinks.
Destijds uniek ook in Nederland. Deze coalitie was zeker een verfrissing voor de stad. Ook de kiezers hebben dat zo ervaren. Na 2002 hebben de linkse partijen hun positie telkens versterkt, al wisselenden ze onderling wel van positie. Eerst was GroenLinks de grootste partij, daarna volgde de PvdA en de laatste keer was de SP nummer één. Maar ik zou er nu niet om durven te wedden dat de linkse groei ook bij de volgende verkiezingen doorzet. Na de schouwburgaffaire is de glans van het linkse college er wel af. Het stadsbestuur heeft stevig geprutst op dit dossier. Er was veel te weinig aandacht voor de besteding van miljoenen aan gemeenschapsgeld. Het imago van de coalitie is zwaar beschadigd.
De linkse formule lijkt uitgewerkt. De linkse partijen maken intussen ook felle verwijten naar elkaar. Dat is niet best. Zeker in deze crisistijd hebben we een eensgezind stadsbestuur nodig dat van aanpakken weet, dat doorpakt. Er zijn wethouders nodig die doorvragen in lastige kwesties. Die tonen wie er de baas is als het erop aankomt. Acht jaar geleden stelde de Paul Depla na blunders en geruzie tussen de partijen die destijds het college vormden (PvdA, CDA en VVD), vast dat het tijd was voor een politieke wending. Is er nu weer zo’n moment aangebroken? De oppositie ruikt in ieder geval haar kansen. D66 en het CDA staan klaar als vervanger van een van de linkse partijen. Maar wie gaat dan als eerste afvallen...?

Geen opmerkingen: