vrijdag 6 juni 2008

De column van Javier de Fresnos

Oude tijden herleven ineens in Nijmegen. Alsof we te­rug zijn in eind jaren zeventig, begin tachtig.
Immers, ook toen trokken bendes krakers met grote regelmaat dwars door de stad, met een spoor van vernielingen als resultaat.
En wat te denken van de enorme vechtpartijen tussen de ver­schillende wijken? Destijds ging er geen weekeinde voorbij of er was een min of meer ‘afgesproken’ kloppartij tussen grote groepen Nijmeegse jeugd. Dan weer trok Hatert ten strijde te­gen Dukenburg, de week daarna sloeg de jeugd van de Kol­ping in op die van deWolfskuil en dan was het weer Duken­burg tegen Neerbosch. Ja, in Nijmegen was er altijd wat te doen.
Nogal vreemd was het dat een fiks deel van die jongeren die el­kaar eerst namens hun eigen stadsdeel in elkaar stonden te trappen, op zaterdagavond namens de hele stad in de clubkleu­ren van NEC gezamenlijk ten strijde trokken tegen lieden uit andere delen van het land. Mede daardoor stierven die wijkge­vechten destijds langzaam maar zeker uit. De voetbalrellen kwa­men er voor in de plaats.
De krakers leken een tijdlang ook verdwenen. Weliswaar hoor­de je heel af en toe nog iets uit ‘de Nijmeegse krakerswereld’, maar kraken was toch vooral iets van vroeger.
De laatste week is het echter ineens of we pakweg dertig jaar terug in de tijd zijn. Krakers trekken weer vernielend door de straten. Vandaag verzamelen ze zich weer in de stad en de poli­tie houdt het hart alweer vast. En in Meijhorst en Hatert vre­zen ze een vervolg op de bijna-rellen tussen twee jeugdgroe­pen. Nijmegen, altijd hetzelfde.

Geen opmerkingen: