zondag 22 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


In bikini langs de werkplaats

De timmerman staat tot zijn enkels in het water. Aan zijn hand een kleine jongen met een rond buikje. Zijn kleinzoon. Lang wit haar heeft de timmerman. Goudbruin gekleurde armen. Hij neemt een slokje uit zijn blikje Amstel. Roept wat tegen zijn besnorde collega en twee oudere vrouwen in doffe zwarte rokken op het strand. Geen idee wat hij zegt, ik kan geen Grieks. Hij moet er zelf in elk geval om lachen.
Het is pauze voor de timmerlui. Ze werken nog geen honderd meter verderop in een oude werkplaats. Pal naast ons hotel op Lesbos. Elke dag sjok ik er een paar keer in mijn bikini voorbij. Dan blijf ik even staan, snuif de geur van hout op.
Zalig. Doet me denken aan thuis.
Mijn vader is ook timmerman. Vutter inmiddels. Op zaterdag werkte hij voor zichzelf in de schuur achter ons huis. Ik haalde hem graag achter de cirkelzaag vandaan als mijn moeder de aardappelen op tafel had staan. Dan liet hij me zien waar hij mee bezig was. 'Kijk, dit wordt een trap. Kan bijna niemand meer met de hand maken tegenwoordig.'
Voor de werkplaats aan het strand op dit Griekse eiland staan houten vensters met luxaflexachtige dwarslatjes. Ook vakwerk, dat zie je zo. Als mijn vader hier was, zou hij er even met zijn hand overheen strijken. De constructie bekijken.
Aan zee verschijnt een derde timmerman. 'Rafael', roept hij naar de man met het witte haar. Hij zwaait met de telefoon in zijn hand. Rafael rent over de ronde keien het water uit, de duimstok in zijn achterzak vasthoudend.
Terug naar de werkplaats met de Griekse muziek.
Werken op dit soort paradijselijke eilanden lijkt altijd zo vreselijk romantisch. Mijn vader lunchte nooit met bier en zijn gezin op het strand.

Geen opmerkingen: