dinsdag 3 juni 2008

Uit het DAGBOEK van Anna-Maria del Campo


Malafide lijkenpikkers

De verpleegkundige heeft haar witte uniform verruild voor een lange zwarte jas en een hoge hoed.
‘Zal ik uw kussens even opschudden meneer Hendriks?’
Meneer Hendriks is terminaal. Zijn leven zit er bijna op. Mild is hij geworden.
Hij knikt. Het is midden in de nacht.
Terwijl de verpleegkundige de patiënt bij de schouders pakt om zijn kussens een voor een rechtop te zetten, fluistert ze met zware stem in zijn oor:
‘Weet u wat ook lekker ligt? Een houten kist.’
De Gelderlander opende vandaag met de kop ‘Uitvaartzorg aast op doden’. De ziekenhuisbranche spreekt er schande van dat lijkenpikkers zich om het bed van een verse dode verzamelen en knokken om de 'opdracht'.
Hoe naïef.
De lobby begint toch veel eerder.
‘Wij hebben een momenteel een massief eiken kist – 30 millimeter, daar vreten ze niet zo snel doorheen – in de aanbieding’, vervolgt de verpleegster aan het bed van meneer Hendriks. ‘Mat bruin, met zijden bekleding. Dat lijkt u wel wat he? Denk er niet te lang over na, zoveel tijd heeft u niet meer.’
Ze is de kamer nog niet uit, of de zaalarts piept even binnen. Haar mintgroene Crocs vervangen door glanzende puntschoenen met modderstrepen over de neus.
‘U slaapt nog steeds niet meneer Hendriks? U moet wel moe zijn. Bij ons kunt u heel lang uitrusten.’
Uit de dossiermap onder haar arm vist ze een folder met marmeren grafstenen. Ze wijst – streepjes zwarte aarde onder haar lange nagels. ‘En als we hier uw naam met gouden letters in graveren, zal niemand u ooit vergeten. Prachtig toch?’
Wij buitenstaanders hebben geen idee van deze malafide uitvaartpraktijken. En zij die het wel weten, zijn al lang heengegaan.

Geen opmerkingen: