woensdag 11 maart 2009

De vista deportivo van Oswaldo Carillón


Juffrouw Kater
In de derde klas van de NSV 2 aan de Nijmeegse Lamastraat kreeg ik les van juffrouw Kater. Het was het schooljaar 1969-1970 en nog ongebruikelijk dat onderwijzeressen met hun voornaam werden aangesproken. Zeker bij juffrouw Kater. Een strenge, ouderwetse, rechtlijnige tante die als jonge onderwijzeres de handicap had dat ze niet met kinderen kon omgaan. De gehate juf haakte dus al vroegtijdig af.
Misschien wel mijn schuld, want als achtjarige met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid maakte ik het haar niet makkelijk. Zo had ik een keer na het speelkwartier een punaise, met de punt naar boven, op de stoel van juffrouw Kater gelegd. Ze zag het bijtijds, helaas. Ik werd naar huis gestuurd en miste gelukkig het meeste van haar boosheid.
Juffrouw Kater had ik ergens in een hoekje van mijn geheugen weggedrongen. Maar zondag bij de ijshockeywedstrijd Tilburg Trappers - Nijmegen Devils verscheen ze als in een film op mijn netvlies. Ik was benieuwd wat juffrouw Kater er van gezegd zou hebben dat de wedstrijd geleid werd door twee ‘Tilburgse’ scheidsrechters. Ze zal het met haar ‘ouderwetse’ gevoel voor goed fatsoen onbegrijpelijk hebben gevonden. Zeker in een play-offserie op hoog niveau waarop slechts drie Nederlandse spelers (Marco Postma, Bob Teunissen en Rody Jacobs) zich konden handhaven.
Het is misschien niet leuk om te constateren, maar de profijshockeyers zijn de amateurscheidsrechters op het ijs voorbij gestreefd. Vrijetijds-fluiters met Tilburgse of andere clubconnecties horen niet meer tussen de profs thuis. Dat zou de scheidsrechtercommissie van de bond moeten inzien. Zo niet, ik heb nog wel een doosje punaises klaarliggen.

Geen opmerkingen: